Medisch advies, behandeling en begeleiding

Benadeelde moet patiëntenkaart aan medisch adviseur verzekeraar verstrekken

Een whiplashslachtoffer werd door de Rechtbank Almelo in een voorlopig deskundigenbericht, veroordeeld tot het overleggen van het medisch dossier aan de medisch adviseur van de verzekeraar.

De rechtbank in Almelo woog hierin af dat het noodzakelijk is, met het oog op de bescherming van de rechten en vrijheden van de verzekeraar, dat de aansprakelijke verzekeraar zoveel mogelijk in een processueel gelijkwaardige positie dient te komen te verkeren als benadeelde (art 6 EVRM). Er is geen sprake van een schending van art 8 EVRM, “indien de privacy-inbreuk door het voorlopig deskundigenonderzoek, dat wordt gelast door de rechter in de uitoefening van openbaar gezag en bij de wet voorzien, in een democratische samenleving noodzakelijk is voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.”

Rechtbank Almelo 7 februari 2007

===============================================

Volledige uitspraak:

 

RECHTBANK ALMELO

Sector Civiel

zaaknummer: 81792 / HA RK 06-104

datum beschikking: 7 februari 2007 Beschikking van de rechtbank Almelo, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, in de zaak van:

(benadeelde),

wonende te (woonplaats).

verzoeker,

verder te noemen (benadeelde)

procureur: mr. A. Ruesink,

tegen

de naamloze vennootschap London Verzekeringen N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

belanghebbende,

verder te noemen London Verzekeringen,

procureur: mr. Ph.C. Kleyn van Willigen.

advocaat: mr. D.C. van Fulpen te Amersfoort.

Het procesverloop

Bij op 30 oktober 2006 ter griffie ingekomen verzoekschrift is verzocht een voorlopig deskundigenonderzoek te gelasten.

Op 4 januari 2007 is een verweerschrift ter griffie van deze rechtbank ingekomen.

Op 5 januari 2007 is een reactie van (benadeelde) ter griffie van deze rechtbank ingekomen.

De zaak is behandeld ter terechtzitting van 8 januari 2007. Ter zitting zijn verschenen: (benadeelde) vergezeld door mr. Ruesink en mr. Van Fulpen namens London Verzekeringen. De standpunten zijn toegelicht. Van de behandeling heeft de griffier aantekeningen gemaakt.

Op 24 januari 2007 is zowel van de zijde van (benadeelde) als van de zijde van London Verzekeringen een schriftelijk bericht ter griffie van deze rechtbank ingekomen.

De beschikking is bepaald op heden.

De standpunten van partijen

(benadeelde) verzoekt de rechtbank een voorlopig deskundigenonderzoek te gelasten met benoeming van orthopeed R.P. Karthaus als deskundige en met formulering van de vragen zoals die door hem zijn voorgesteld, met veroordeling van London Verzekeringen in de

kosten van het voorlopig deskundigenonderzoek.

Hij stelt daartoe dat hij op 16 augustus 2002 slachtoffer is geworden van een

verkeersongeval. De veroorzaker van het ongeval is krachtens de WAM verzekerd bij

London Verzekeringen. London Verzekeringen heeft de volledige aansprakelijkheid voor de

als gevolg van het ongeval door (benadeelde) geleden en nog te lijden schade erkend.

Als gevolg van het ongeval heeft (benadeelde) klachten van nek- rug - en hoofdpijn en

pijnklachten in de liesstreek overgehouden.

London Verzekeringen heeft geen bezwaar tegen het voorlopig deskundigenonderzoek, maar wel tegen de benoeming van orthopeed R.P. Karthaus als deskundige. Zij stelt ter benoeming voor dr. J.D. Visser, orthopedisch chirurg. Voorts heeft zij bezwaar tegen de vraagstelling zoals deze in het verzoekschrift is geformuleerd en stelt zij voor de IWMD-vraagstelling voor te leggen aan de deskundige. Partijen zijn tot slot verdeeld over de inzage in de patiëntenkaart van de huisarts.

De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing

1. Partijen waren aanvankelijk verdeeld over de te benoemen deskundige, maar hebben beide na de mondelinge behandeling aangegeven dat zij overeenstemming hebben bereikt over de te benoemen deskundige. Partijen wensen dat de rechtbank een orthopedisch chirurg verbonden aan het Deventer Ziekenhuis te Deventer, Maatschap Orthopedie, zal benoemen.

2. Partijen zijn het ook eens over de door de deskundige te beantwoorden vragen. London Verzekeringen heeft voorgesteld de IWDM-vraagstelling aan de deskundige voor te leggen, waartegen (benadeelde) geen verweer heeft gevoerd, zodat de IWDM-vraagstelling aan de deskundige zal worden voorgelegd.

3. London Verzekeringen stelt dat de medische gegevens nodig zijn om vast te stellen of de door (benadeelde) gestelde klachten en afwijkingen - uitsluitend - het gevolg zijn van het ongeval. Daarbij heeft zij een beroep gedaan op artikel 6 EVRM. (benadeelde) heeft zich daarentegen beroepen op artikel 8 EVRM. Voorop dient te worden gesteld dat London Verzekeringen zonder de informatie van (benadeelde) niet zelf kan beoordelen of er medische informatie over (benadeelde) is uit de periode vóór het ongeval die relevant is voor de afwikkeling van de schade. Dit impliceert dat London Verzekeringen niet in de gelegenheid is om te beoordelen of en in hoeverre de signaleerde klachten en afwijkingen er ook zouden zijn geweest of op enig moment ook zouden zijn ontstaan als het ongeval (benadeelde) niet was overkomen. London Verzekeringen heeft derhalve een rechtens te respecteren belang bij de kennisneming van de medische informatie betreffende (benadeelde) uit de periode van vóór en na het ongeval en wordt er onvoldoende recht gedaan aan de eis dat partijen zoveel mogelijk in een processueel gelijkwaardige positie komen te verkeren en gelijkwaardig gelegenheid krijgen hun standpunt ter zake van de vaststelling van de schade te onderbouwen. Indien (benadeelde) tegen haar wil wordt verplicht mee te werken aan verstrekking van medische informatie aan de medisch adviseur van London Verzekeringen, kan in een procedure als de onderhavige op zich zelf sprake zijn van een inbreuk op de geestelijke of lichamelijke integriteit van (benadeelde) en daarmee een schending van artikel 8, lid 1 EVRM. Van een schending is evenwel geen sprake indien de privacy-inbreuk door het voorlopig deskundigenonderzoek, dat wordt gelast door de rechter in de uitoefening van openbaar gezag en bij de wet voorzien, in een democratische samenleving noodzakelijk is voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. In het onderhavige geval is overlegging van het medisch dossier naar het oordeel van de rechtbank noodzakelijk met het oog op de bescherming van de rechten en vrijheden van London Verzekeringen, die zoveel

mogelijk in een processueel gelijkwaardige positie dient te komen te verkeren als (benadeelde) en die een gelijkwaardige gelegenheid dient te krijgen haar standpunt ter zake van de vaststelling van de schade te onderbouwen. De rechtbank is derhalve van oordeel dat (benadeelde) aan London Verzekeringen, althans haar medisch adviseur, alle beschikbare medische informatie ter hand dient te stellen.

De rechtbank acht het overigens onvoldoende indien de medische gegevens uitsluitend aan de deskundige ter hand worden gesteld. In dat geval is immers het gebruik van de medische gegevens door de deskundige voor de medisch adviseur van (benadeelde) wel, maar voor de medisch adviseur van London Verzekeringen niet controleerbaar en verkeert London Verzekeringen vervolgens in een slechtere informatiepositie dan (benadeelde).

4. Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank het verzoek toewijzen en dr. JJP.W, van Jonbergen. orthopedisch chirurg, verbonden aan het Deventer Ziekenhuis, tot deskundige benoemen die na te melden vragen dient te beantwoorden.

5. Conform de geldende jurisprudentie dient London Verzekeringen voorshands de kosten van het voorlopig deskundigenbericht welke zijn begroot op € 1.500,=, voor hun rekening te nemen, aangezien:

tussen partijen vaststaat dat London Verzekeringen aansprakelijk is voor de schade;

de kosten op grond van artikel 96 lid 2 aanhef en sub b Boek 6 Burgerlijk Wetboek in

beginsel voor rekening van London Verzekeringen komen indien de door (benadeelde)

gestelde gevolgen van het ongeval komen vast te staan;

denkbaar is dat deze kosten ook door London Verzekeringen zullen moeten worden

gedragen indien de door (benadeelde) gestelde gevolgen van het ongeval niet komen vast

te staan.

6. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

De beslissing

I. Gelast een deskundigenonderzoek ter beantwoording van de navolgende vragen:

1. De situatie na ongeval

Dit onderdeel heeft tot doel inzicht te verschaffen in de huidige en toekomstige (verwachte)

gezondheidssituatie van betrokkene.

a. Hoe luidt de anamnese voor wat betreft de aard en de ernst van het letsel, het verloop van

de klachten, de toegepaste behandelingen en het resultaat van deze behandelingen?

b. Wilt u een actuele inventarisatie van de medische voorgeschiedenis van betrokkene op uw-

vakgebied vermelden?

c. Wilt u bij uw antwoord op de vragen la en lb aangeven welke gegevens u ontleent aan het

relaas van betrokkene en welke u ontleent aan onderzoek van door de u verkregen

medische gegevens?

d. Wat zijn uw bevindingen bij lichamelijk en eventueel hulponderzoek?

e. Wat is de diagnose op uw vakgebied? (zie tevens vraag If)

f. Indien sprake is van klachten waarbij geen medisch objectiveerbare afwijkingen kunnen

worden vastgesteld, kunt u dan gemotiveerd aangeven wat uw differentiaal diagnostische

overwegingen zijn?

g. Welke huidige mate van functieverlies (impairment) kunt u vaststellen op uw vakgebied?

Wilt u dit uitdrukken in een percentage volgens de richtlijnen van de American Medical

Association (AMA-guides. laatste druk), aangevuld met eventuele richtlijnen van uw

eigen beroepsvereniging?

h. Welke beperkingen ondervindt betrokkene naar uw oordeel in zijn huidige toestand in het dagelijks leven, bij de vrijetijdsbesteding, bij het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden en bij het verrichten van toonvormende arbeid? Wilt u deze beperkingen zo uitgebreid mogelijk beschrijven en zo nodig toelichten ten behoeve van een eventueel in te schakelen arbeidsdeskundige?

i. Acht u de huidige toestand van betrokkene zodanig dat een beoordeling van de blijvende gevolgen van het ongeval mogelijk is5 of verwacht u in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering van het op uw vakgebied geconstateerde letsel?

j. Zo ja welke verbetering of verslechtering verwacht u?

k. Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel verslechtering verwacht?

1. Kunt u aangeven welke gevolgen deze verbetering dan wel verslechtering zal hebben voor

de mate van functieverlies (als bedoeld in vraag lg) en de beperkingen (als bedoeld in

vraag lh)?

2. De hypothetische situatie zonder ongeval

Dit onderdeel heeft tot doel inzicht te verschaffen in de vraag of een causaal verband aanwezig is tussen het ongeval dat betrokkene overkwam en de door u in het vorige onderdeel geconstateerde klachten en afwijkingen. De vaststelling van het causaal verband vindt in het civiele aansprakelijkheidsrecht plaats aan de hand van een vergelijking tussen de huidige toestand van betrokkene (daaronder begrepen de prognose) en de hypothetische situatie waarin hij zich zou hebben bevonden als het ongeval nooit had plaatsgevonden. Onderstaande vragen hebben tot doel de hypothetische situatie zonder ongeval zo goed mogelijk in kaart te brengen.

a. Zijn er op uw vakgebied klachten en afwijkingen die er ook zouden zijn geweest, of op

enig moment ook hadden kunnen ontstaan, als het ongeval betrokkene niet was

overkomen?

b. Voorzover u de vorige vraag bevestigend beantwoordt (dus zonder ongeval ook klachten),

kunt u dan een indicatie geven met welke mate van waarschijnlijkheid, op welke termijn en

in welke omvang de klachten en afwijkingen dan hadden kunnen ontstaan?

c. Kunt u aangeven welke mate van functieverlies (als bedoeld in vraag lg) en welke

beperkingen (als bedoeld in vraag lh) uit deze klachten en afwijkingen zouden zijn

voortgevloeid?

Toelichting: Meestal zal het niet mogelijk zijn om deze vragen (met name de vragen 2b en 2c) met zekerheid te beantwoorden. Van u wordt ook niet gevraagd zekerheid te bieden. Wel wordt gevraagd of u vanuit uw kennis en ervaring op uw vakgebied uw mening wilt geven over kansen en waarschijnlijkheden. Het is dus de bedoeling dat u aangeeft, wat u op grond van uw deskundigheid op uw vakgebied op deze vragen kunt zeggen.

3. Overige aspecten van de hypothetische situatie zonder ongeval

Met het oog op de bepaling van de looptijd van eventuele toekomstschade, is van belang te

weten of in het medisch dossier van betrokkene overigens feiten en omstandigheden

voorkomen - ook buiten de huidige klachten en afwijkingen en/of uw eigen vakgebied

gelegen - die aanleiding zouden kunnen geven te veronderstellen dat bij betrokkene ook

zonder ongeval op enig moment beperkingen zouden zijn opgetreden op het gebied van de

uitoefening van de beroepsactiviteiten of het verrichten van werkzaamheden in en rond de

woning.

a. Wilt u, tegen deze achtergrond, een inventarisatie maken van de feiten en omstandigheden uit het medisch dossier van betrokkene die naar uw mening in dit opzicht relevant zijn?

4. Het genezingsproces en de opstelling van de betrokkene daarin Op betrokkene rust krachtens het civiele aansprakelijkheidsrecht de verplichting om zijn schade zo veel mogelijk te beperken. Deze schadebeperkingsplicht is niet absoluut er zijn grenzen aan wat de aansprakelijke partij in dit kader van betrokkene kan verlangen. Kort gezegd komt de schadebeperkingsplicht van betrokkene erop neer dat van hem mag worden verwacht dat hij zich - mede in aanmerking genomen zijn privé-omstandigheden en zijn persoonlijkheidsstructuur - voldoende inspant om een bijdrage te leveren aan zijn herstelproces. Tegen die achtergrond zouden wij van u graag een antwoord ontvangen op de volgende vragen:

b. Welke behandelingen of therapieën op uw vakgebied zijn medisch geïndiceerd voor het

letsel van betrokkene?

c. Welke behandelingen of therapieën zijn ingesteld en met welk resultaat?

d. Indien niet alle medisch geïndiceerde behandelingen of therapieën zijn ingesteld of

volledig afgerond, kunt u dan aangeven wat daarvoor de reden is geweest?

Indien deze reden bestaat uit een weigering van betrokkene om deze behandelingen of therapieën te ondergaan of voort te zetten, kunt u dan aangeven:

e. in hoeverre behandeling of voortzetting bij betrokkene zou hebben kunnen leiden tot een vermindering van het functieverlies (als bedoeld in vraag lg) en van de beperkingen (als

bedoeld in vraag lh);

f. of u aanleiding ziet om door een deskundige op een ander vakgebied (bijvoorbeeld een

psychiater of een psycholoog) te laten onderzoeken of deze weigering verband houdt

met, of kan worden gezien als een uitvloeisel van, de persoonlijkheidsstructuur of van

betrokkene of het bij hem bestaande klachtenpatroon.

II. Benoemt daartoe tot deskundige dr. J.P.W. van Jonbergen, orthopedisch chirurg, verbonden aan het Deventer Ziekenhuis te Deventer, H.J.P. Fesevurstraat 7, 7415 CM Deventer, Postbus 5001, 7400 GC Deventer (0570-646858).

III. Bepaalt dat (benadeelde) aan London Verzekeringen, althans haar medisch adviseur, alsmede aan de door de rechtbank benoemde deskundige, alle beschikbare medische informatie ter hand dient te stellen.

IV. Bepaalt dat London Verzekeringen binnen 3 weken na datum vonnis € 1.500,= incl. BTW7 als voorschot op de declaratie van de deskundige dient over te maken op bankrekeningnummer (…) t.n.v. MvJ Arr. Almelo, onder vermelding van 'voorlopig deskundigenbericht nr. 81792 /HARK 06-104.

V. Bepaalt dat het deskundigenonderzoek dient plaats te vinden met inachtneming van het navolgende en onverminderd het bepaalde in de artikelen 194-200 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

VI. Partijen stellen binnen 3 weken na datum beschikking het volledige procesdossier in handen van de deskundige.


VIL De deskundige zal niet eerder met zijn werkzaamheden beginnen dan nadat hij van de griffier bericht heeft ontvangen, dat het volledige voorschot is gedeponeerd.

VIIL Mocht gedurende het onderzoek blijken dat het gedeponeerde voorschot onvoldoende zal zijn. dan dient de deskundige zo spoedig mogelijk aanvulling daarvan te verzoeken.

IX. De deskundige zal het schriftelijk en ondertekend bericht van zijn bevindingen samen met zijn declaratie zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk voor 9 mei 2007 in drievoud inleveren ter griffie.


X. Wanneer het bericht die dag nog niet is binnengekomen, kan de rechter op verzoek van (één van de) partijen een nadere termijn van inlevering stellen.


XI. De deskundige dient bij het onderzoek partijen in de gelegenheid te stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen. Uit het schriftelijk bericht moet blijken of aan dit wettelijk voorschrift is voldaan. Van de inhoud van de opmerkingen en verzoeken zal in het schriftelijk bericht melding worden gemaakt.

Indien een partij schriftelijk opmerkingen aan de deskundige doet toekomen, verstrekt hij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij.


XII. De griffier zendt partijen afschrift van het schriftelijke bericht van de deskundige.


XIII. De griffier betaalt het honorarium van de deskundige uit het gestelde voorschot terstond nadat het bericht is gedeponeerd. Voorzover dit voorschot onvoldoende zou zijn, geldt artikel 195 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.


Deze beschikking is gegeven te Almelo door mr. M.H.H.A. Moes en in het openbaar uitgesproken op 7 februari 2007 in tegenwoordigheid van mr. L.J.M. Morskieft, griffier.
 

Schrijf een reactie


Reacties


Schrijf een reactie

Zoeken

Nieuws

Correctierecht bij medische expertise
Correctierecht geldt ook als betrokkene niet kan lezen.

Benadeelde moet patiëntenkaart aan medisch adviseur verzekeraar verstrekken >>
Een whiplashslachtoffer werd door de Rechtbank Almelo in een voorlopig deskundigenbericht, veroordeeld tot het overleggen van het medisch dossier...